Universalisme en de bijbel
Abstract
Laat me vanaf het begin duidelijk maken welke betekenis ik wel — en niet — aan de term “universalisme” zal hechten. Zoals ik de term gebruik, heeft “universalisme” betrekking op het standpunt dat alle menselijke wezens uiteindelijk gered zullen worden en bij Christus eeuwig leven zullen mogen genieten. Dit standpunt is verenigbaar met de opvatting dat God vele mensen na hun dood zal straffen. Vele universalisten nemen aan dat er van Goddelijke vergelding sprake zal zijn, hoewel enkelen daar wellicht niet van uitgaan. Universalisme verplicht iemand wel om aan te nemen dat zo’n straf niet altoos zal voortduren. Universalisme is ook onverenigbaar met de verschillende opvattingen die leren dat sommige mensen uiteindelijk vernietigd zullen worden (na allereerst al dan niet straf te hebben ontvangen). Zulke opvattingen stemmen met het universalisme overeen in het opzicht dat de straf ook volgens hen niet altoosdurend is, maar ze verschillen van het universalisme in die zin, dat zij geloven dat het eeuwige leven sommige mensen zal worden onthouden. Enkele universalisten willen de verzoening ook op dieren betrekken, een enkeling op gevallen engelen of zelfs op de satan zelf, maar ik ben geneigd om aan te nemen dat hij uitsluitend op menselijke wezens van toepassing is. Kort samengevat: universalisme is het standpunt dat elk menselijk wezen, uiteindelijk althans, de feestzaal zal mogen binnengaan.