Et in Arcadia ego. Poussin en de elegische traditie
Nexus 51 (
2009)
Copy
BIBTEX
Abstract
In dit klassieke essay van de grote kunshistoricus Erwin Panfosky komt vast te staan dat het zinnetje ‘Et in Arcadia ego’, van oudsher te vinden op kunstwerken en in verhalen die Arcadië als thema hebben, tegenwoordig een andere betekenis krijgt dan vroeger. Waar wij het simpelweg vertalen als ‘Ook ik was in Arcadië’, een vertaling die past bij ons beeld van een idyllisch, pastoraal landschap, had het oorspronkelijk een veel minder onschuldige lading. Overtuigend toont Panofsky aan, door te verwijzen naar onder meer Vergilius, Sannazaro en Guercino, dat de ‘ik’ die in het citaat spreekt niemand minder is dan de Dood. De juiste vertaling is dan het sinistere, moralistische ‘Ook in Arcadië heers ik, de Dood’: de Arcadiërs wordt gemaand hun sterven te gedenken. Panofsky maakt duidelijk dat de foutieve interpretatie, met alle gevolgen van dien voor het arcadisch thema, zijn oorsprong heeft bij Nicolas Poussins beroemde Et in Arcadia Ego-composities. Zijn essay maakt dat het lieflijke arcadische landschap alsnog zijn onschuld verliest, en dat ook voor ons de dood opnieuw tot Arcadië toetreedt.